Columbus

Columbus beschrijft de indrukken van een astronaut die zich voorbereid op zijn eerste reis naar de ruimte. Het stuk begint met een droom van de astronaut, vol sterrenlicht en oneindige sensatie. Bij zijn ontwaken, starten de voorbereidingen. Aanvankelijk is hij optimistisch door de schitterende beelden in zijn droom. Daarna wordt hij toch bevangen door twijfel en angst voor het onbekende. De noodzaak van de voorbereidingen brengen hem terug in de realiteit, naar de dag van vertrek of de aankomst bij de raket, die hem een ongelofelijk trots gevoel geeft. De deuren sluiten – de secondes voor het vertrek zijn de langste van zijn leven. Dan vertrekt de raket. Na de schok van het opstijgen, voelt hij eerst een immense leegte, totdat hij, deze keer echter in de realiteit, de sereniteit en grootsheid ervaart die hij kon voelen in zijn droom…